LCD-scherm
Zie Afbeelding 1. Op het LCD-scherm (1) verschijnen een digitale snelheidsmeter, kilometerteller, klok en tekstberichten. Het LCD-scherm brandt als de contactsleutel op ON (aan) of P (parkeren) staat. Zie Bedieningselementen en controlelampen → LCD-scherm.
Toerenteller
MEDEDELING
Zie AANBEVELINGEN VOOR BEDIENING. Laat de motor niet met een hoger toerental draaien dan staat aangegeven onder BEDIENING (rood gebied op toerenteller). Laat het toerental dalen door naar een hogere versnelling te schakelen of gas te verminderen. Indien het toerental niet wordt verlaagd, kan de motor beschadigd raken. (00159a)
De toerenteller (2) geeft het aantal omwentelingen per minuut van de motor aan (omw/minx1000). Als de toerenteller de rode lijn nadert, verandert de kleur van de naald van oranje in rood.
Tuimelschakelaar
De tuimelschakelaar (3) wordt gebruikt voor het selecteren van informatie die op het LCD-scherm moet worden weergegeven. Druk bij draaiende motor op de tuimelschakelaar om de volgende schermen weer te geven.
- Huidige versnelling en inlaatluchttemperatuur
- Koelvloeistoftemperatuur en accuspanning
- Helderheid scherm
- Gemiddeld brandstofverbruik
- Huidig brandstofverbruik
Modusschakelaar
De modusschakelaar (4) wordt gebruikt voor het selecteren van de kilometerteller die moet worden weergegeven:
- Hoofdkilometerteller
- Dagteller 1
- Dagteller 2
- Serviceteller
- Lage-brandstofteller
Controlelampen
Vier controlelampen (5) bevinden zich naast elkaar aan de bovenkant van het instrumentenpaneel. Zie Bedieningselementen en controlelampen → CONTROLELAMPEN.
Waarschuwingslampjes
Vijf waarschuwingslampjes (6) bevinden zich aan de rechterrand van het instrumentenpaneel. Deze lampjes wijzen op problemen met de motorfiets die moeten worden verholpen. Zie Bedieningselementen en controlelampen → Waarschuwingslampjes.
Diefstalmodus LED
De diefstalmodus LED (7) knippert als het alarmsysteem is geactiveerd. Zie Bedieningselementen en controlelampen → ALARMSYSTEEM voor de beschrijving en werking van het alarmsysteem. Zie Bedieningselementen en controlelampen → Configuratie instrumentenpaneel voor de configuratie van het alarmsysteem.
| 1 | LCD |
| 2 | Toerenteller |
| 3 | TUIMELschakelaar |
| 4 | MODUSschakelaar |
| 5 | Controlelampen |
| 6 | Waarschuwingslampjes |
| 7 | Diefstalmodus LED |
Afbeelding 1. Instrumentenpaneel