1. | Als uw motorfiets met een alarmsysteemsirene is uitgerust, moet u de handsfree afstandsbediening bij de hand hebben. Zet de contactschakelaar in de stand IGN (ontsteking) om het alarmsysteem te deactiveren. | |
2. | Verwijder de hoofdzekering. Zie Onderhoud en smering → Zekeringen en relais. | |
3. | Verwijder het luchtfilter. Zie Onderhoud en smering → Luchtfilter. | |
4. | Zie Afbeelding 1. Ontkoppel de achterste ontluchtingsslang (2). | |
5. | Schuif de O-ring (4) over ieder inlaatkanaal (1) naar boven. Hieronder worden drie bevestigingen (5) zichtbaar. Schroef de bevestigingsmiddelen los en haal de inlaatkanalen weg. | |
6. | Til de onderste houder van het luchtfilterhuis voorzichtig omhoog. Aan de voorkant zit een doorvoertule die op een messing kogel is gedrukt. Aan de achterkant zit een ontluchtingsslang die in een vorige stap is ontkoppeld. Maak de doorvoertule aan de voorkant los en schuif de ontluchtingsslang aan de achterkant naar buiten door het gat in de achterkant van de houder van het luchtfilterhuis. | |
MEDEDELING Plak kabeltape over de gasklephuisboringen om te voorkomen dat er vuil in de injectorboringen komt. Gebruik GEEN werkplaatsdoeken of voorwerpen waardoor de gaskleppen kunnen worden beschadigd. (00212d) | ||
7. | Zie Afbeelding 2. Dek de injectoropeningen af. |
1 | Inlaatkanalen |
2 | Achterste ontluchtingsslang |
3 | Lucht/olie-scheider |
4 | O-ringen |
5 | Bevestigingen (6) |
1 | Bout pluspool accu (onder de stofkap) |
2 | Bout minpool accu |
3 | Bevestigingsriem |
4 | Lipjes (riemankerpunten, waarvan er een zich bevindt onder de accuhouder) |
5 | Gaskabels |
1. | Draai de contactsleutel naar de stand OFF. | |
2. | Bevestig de bevestigingsriem aan de onderkant van de accuhouder. | |
3. | Zie Afbeelding 3. Schuif de volledig geladen accu in de accuhouder, met de accupolen aan de bovenzijde en de minpool naar de rechterkant. OPMERKING De accu moet vlak op de bodem van het accuhouderkussen staan. Controleer of de accu zich niet op de voorste rand van het kussen bevindt. | |
4. | Zie Afbeelding 3. Controleer het juiste verloop van de gaskabel. | |
5. | Rek de accubevestigingsriem uit tot over de bovenkant van de accu. Bevestig de riem aan het lipje aan de bovenkant van de accu. | |
![]() Leid de gaskabel nooit over de accu. Er kan brand ten gevolge van een kortsluiting ontstaan met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00494c) ![]() Sluit eerst de pluskabel (+) van de accu aan. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00068a) MEDEDELING Sluit de kabels op de juiste accupolen aan. Indien u dit niet doet, kan het elektrische systeem van de motorfiets beschadigd raken. (00215a) MEDEDELING Haal de bouten op de accupolen niet te strak aan. Houd de aanbevolen aanhaalmomenten aan. Indien de bouten van de accupolen te strak worden aangehaald, kunnen de accupolen beschadigd raken. (00216a) | ||
6. | Steek een accupoolbout door de pluskabel van de accu (rood) in het schroefdraadgat van de pluspool. | |
7. | Haal de bout aan tot 6,8–7,9 N·m (60–70 in-lbs). | |
8. | Steek de andere accupoolbout door de minkabel van de accu (zwart) in het schroefdraadgat van de minpool. | |
9. | Haal de bout aan tot 6,8–7,9 N·m (60–70 in-lbs). | |
MEDEDELING Houd de accu schoon en smeer een dunne laag vaseline op de polen om corrosie te voorkomen. Indien u dit niet doet, kunnen de accupolen beschadigd raken. (00217a) | ||
10. | Smeer een dunne laag vaseline of corrosievertragend materiaal op beide accupolen. | |
11. | Verwijder de afdekking van de injectoropeningen. | |
12. | Zie Afbeelding 4. Inspecteer de pakking aan de onderkant van de houder van het luchtfilterhuis. De pakking ligt over drie uitlijnpennen op het pasvlak. OPMERKING Vervang de beschadigde pakkingen. | |
13. | Plaats de houder van het luchtfilterhuis over de injectoren. Let erop dat de grotere schuine lip van de houder naar de voorkant van de motorfiets wijst. Schuif het rechthoekige gat in de houder over het montagetapeind met schroefdraad. | |
14. | Zie Afbeelding 1. Steek de achterste ontluchtingsslang door het gat in de achterkant van de houder. Trek aan de slang totdat deze goed vastzit. | |
15. | Lijn de voorste doorvoertule op de houder van het luchtfilterhuis uit met de messing kogel. Druk het luchtfilterhuis stevig naar beneden. Let erop dat de houder vlak op de injectoren zit. OPMERKING In de volgende stap worden de inlaatkanalen geïnstalleerd. Ieder inlaatkanaal heeft een indexmarkering. Lijn de indexmarkering op het inlaatkanaal uit met de corresponderende indexmarkering op de houder van het luchtfilterhuis. | |
16. | Zie Afbeelding 4. Lijn de indexmarkeringen uit. Installeer de inlaatkanalen, met het langste kanaal aan de voorkant van de motorfiets. Zet alle bevestigingsmiddelen eerst met de hand vast en let erop dat deze allemaal goed in de schroefdraad vallen. Draai de drie bevestigingsmiddelen op ieder inlaatkanaal aan tot 6 N·m (53 in-lbs). | |
17. | Schuif de O-ring van ieder inlaatkanaal zo ver naar beneden dat deze de drie bevestigingen raakt. Schuif de ontluchtingsslang op de bevestiging van de achterste ontluchtingsslang. | |
18. | Bevestig het luchtfilterelement, het luchtfilterdeksel, de vleugelmoer, de luchtfilterhuiskap, de elektrische stekker op het luchtfilterhuis en het luchtfilterhuisdeksel. Laat het zadel zakken. | |
19. | Plaats de hoofdzekering. Zie Onderhoud en smering → Zekeringen en relais. |
1 | Indexmarkering van inlaatkanaal |
2 | Indexmarkering van houder van luchtfilterhuis |