Kaart weergeven
OPMERKING
Zie Afbeelding 1. Wanneer de Richtingindicator/pictogram voor huidige positie (10) dimt of knippert, betekent dit dat er een zeer laag GPS-signaal is. Zie GPS-gegevens in dit gedeelte.
1. Beginscherm:
a. Navigeer: Home > Navigation.
2. Linker stuurgreep:
a. Kort op Start drukken: wisselen tussen huidig scherm en beginscherm
b. Lang op Start drukken: Schakelt naar scherm Quick Jump.
3. Spraakherkenning:
a. Druk op Spraakherkenning op linker stuurgreep.
b. Zeg Show Map (kaart weergeven) in de microfoon.
4. Quick Jump (Snel springen):
a. Lang op Start drukken: Schakelt naar scherm Quick Jump.
Een aantal van de belangrijkste punten voor het kaartscherm zijn:
1Zoeken
2Huidige straat
3Menu
4Kaartkompasinstelling
5Snelwegservices
6De route stoppen of pauzeren, tussenpunt overslaan
7Rechtergegevensveld
8Volgende manoeuvre afslag
9Afstand tot volgende manoeuvre
10Richtingindicator/pictogram voor huidige positie
11Volgende manoeuvre straat
12Herhaal spraakinstructie
13Linker gegevensveld (of huidige audiobron)
14Uitzoomen
15Kaartschaal
16Inzoomen
Afbeelding 1. Navigatiekaart
Kaartinstellingen wijzigen
Met kaartinstellingen kan de gebruiker kiezen uit een lijst om het uiterlijk van het scherm in te stellen. U kunt functies inschakelen, uitschakelen of wijzigen.
OPMERKING
* De asterisk geeft de systeemstandaard aan.
1. Navigeer: Home > Navigation.
2. Selecteer: Menu.
3. Selecteer: Settings.
4. POI-pictogrammen: markeer de interessante plaatsen die op de kaart weergegeven moeten worden.
5. Kaartweergave: 2D North* (Noorden*), 2D heading (2D rijrichting naar), 3D.
6. Auto Zoom (Automatisch zoomen): Off* (Uit*), Near (Bijna), Normal (Normaal), Far (Ver).
a. Wanneer Auto zoom is ingeschakeld, zoomt het navigatiesysteem automatisch in op de kaart als het voertuig een bepaalde locatie nadert. Als het voertuig de locatie is gepasseerd, zoomt het navigatiesysteem automatisch uit tot Near/Normal/Far (Dichtbij/normaal/ver). Dit kan de bestuurder van tevoren instellen. Als deze functie is uitgeschakeld, wordt de kaart weergegeven volgens de vorige zoominstelling, ongeacht de huidige of komende locaties op de route.
7. Nav Prompts (Navigatiemeldingen) (ON/OFF).
a. Audio guidance prompts (Hulpmeldingen op audio).
8. Current street (Huidige straat): ON*/OFF.
a. Toont de naam van de huidige straat aan de bovenzijde van de kaart.
9. Next Street Bar (Balk Volgende straat): ON*/OFF.
a. Toont de volgende afslag aan de onderzijde van de kaart.
10. Lane Guidance (Rijstrookhulp): ON*/OFF.
a. Toont pijlen voor rijstrookhulp langs de gemarkeerde route. Als het nodig is om af te slaan op een snelweg met meerdere rijstroken, worden er fel oranje pijlen weergegeven die de juiste rijstroken aangeven. Er worden grafische weergaven van verkeersborden en kruisingen getoond.
11. Audio Information Bar (Audio-informatiebalk): ON/OFF*.
a. Geeft de huidige audiobron weer aan de onderzijde van de kaart.
12. Left and right data fields (linker- en rechtergegevensvelden): ON*/OFF. Geeft de linker- en rechtervleugelgegevensvelden weer.
13. Speed and Flow (Snelheid en doorstroming): ON*/OFF. Toont overlaykleuren betreffende het verkeer op de kaart.
14. Signposts (Verkeersborden): ON*/OFF.
15. Junction View (Knooppuntweergave): ON*/OFF.
16. 3D Terrain: ON*/OFF.
17. 3D Buildings: ON*/OFF.
18. Highway Services: Enabled/Disabled.
a. Dit helpt de bestuurder te herkennen welke diensten beschikbaar zijn bij de volgende paar snelwegafslagen langs de route. Het geeft ook aan welke afslag moet worden genomen.
19. Motorfietspictogram: Blue Arrow, Electra Glide, Road Glide of Street Glide.
a. Toont de positie van de motorfiets op de kaart.
20. Restore Defaults (Standaardinstellingen terugzetten): Als u Yes (Ja) kiest, wordt het menu teruggezet naar de fabrieksinstellingen en keert u terug naar het begin van het menu.
Nav-instellingen wijzigen
Met kaartinstellingen kan de gebruiker kiezen uit een lijst om het uiterlijk van het scherm in te stellen.
Met kaartinstellingen kan de gebruiker kiezen uit een lijst om te bepalen hoe de NAV-motor zoekopdrachten en routeberekeningen uitvoert en resultaten weergeeft.
OPMERKING
* De asterisk geeft de systeemstandaard aan.
1. Navigeer: Home > Navigation.
2. Selecteer: Search.
3. Selecteer: Settings.
4. Zoekgebied:
a. Dichtbij*
b. Rond Locatie
c. Nabij bestemming
d. Langs de route
5. Routevoorkeuren:
a. Fastest (Snelste)*
b. Kortste
c. Twisty (bochten)
d. Scenic (pittoresk)
6. Sort Preferences (Sorteer voorkeuren):
a. Relevance (Relevantie)*
b. Afstand
c. Alphabetical (Alfabetisch)
7. Round Trip (Rondreis):
OPMERKING
Er wordt slechts één bestemming ondersteund door de optie Round Trip. Het pictogram is uitgeschakeld wanneer de routering actief is.
Als Round Trip is geselecteerd, wordt de locatie opgeslagen als retourpunt wanneer op Go wordt gedrukt.
a. ON/OFF (IN-/UITGESCHAKELD)
8. Alternate Routes (Alternatieve routes):
a. Different Types (Verschillende types)*
b. Same Type (Zelfde type)
c. OFF (UIT)
9. Avoidance (Ontwijking):
a. Snelwegen
b. Tolwegen
c. Veerboten
d. Tunnels
e. Gegevens worden verwerkt (IPD)
f. Auto/trein
g. Onverharde wegen
h. Seizoensgebonden beperkingen
i. Grenzen
10. Herstel standaardwaarden:
a. Ja of Nee
Gegevensveld wijzigen
1. Navigeer: Home > Navigation.
2. Selecteer: Linker of rechter vleugelgegevensveld.
3. Zie Navigatie → Kaart → Opties gegevensvelden. Kies één van de opties in de lijst om in het gegevensveld weer te geven. Veel van de gegevensveldinstellingen, zoals Time to Via (Tijd tot tussenpunt) of Arrival Distance (Resterende afstand) zijn alleen relevant tijdens een routebeschrijving.
Tabel 1. Opties gegevensvelden
OPTIES GEGEVENSVELDEN
Afstand tot bestemming
Aankomsttijd
Clock (klok)
Huidige snelheid
Hoogte
GPS-nauwkeurigheid
Richting
Bewegingstijd
Algehele gemiddelde snelheid
Snelheidslimiet
Stoptijd
Temperatuur
Resterende tijd
Tijd tot afslag
Tijd tot via
Totale tijd
Via-afstand
Menu navigatieopties
1. Navigeer: Home > Navigation.
2. Selecteer: Menu.
OPMERKING
* De asterisk geeft aan of de route actief is, de optie is uitgeschakeld.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Routevoorkeuren en ontwijkingen
Route Preferences (Routevoorkeuren) wordt geselecteerd als de bestuurder een specifieke wegsoort zoekt voor de routeberekening: Scenic (pittoresk), Fastest (Snelst), Shortest (Kortst) of Twisty (Kronkelig).
U kunt selecties maken voor wegsoorten en routes die vermeden moeten worden bij de navigatieberekening, bijvoorbeeld: Snelwegen, tolwegen, veerponten, tunnels, gegevens worden verwerkt (IPD), auto/trein, onverharde wegen, seizoensgebonden beperkingen en grenzen.
1. Navigeer: Home > Navigation.
2. Selecteer: Search.
3. Selecteer: Settings.
Automatisch inzoomen
Automatisch inzoomen kan op één van de vier beschikbare manieren worden ingesteld wanneer op de kaart van het aanraakscherm van de bestuurder de vooraf bepaalde bestemming wordt genaderd.
1. Navigeer: Home > Navigation.
2. Selecteer: Menu.
3. Selecteer: Settings.
4. Selecteer Auto zoom (Automatisch inzoomen) op de gewenste optie.
a. OFF (UIT): Auto zoom is uitgeschakeld
b. Near (Nabij): Keert terug naar kleine schaal
c. Normal (Normaal): keert terug naar de middenschaal.
d. Far (Ver): keert terug naar grote schaal
De kaart scrollen: Aanraakscherm
1. Druk op het touchscreen als de kaart wordt weergegeven. Het scrollgereedschap (cirkel met pijlen) wordt weergegeven. In de titelbalk wordt de naam van de bekeken straat weergegeven.
2. Scroll (Bladeren): houd het scherm ingedrukt om te scrollen.
3. Jump (Springen): druk op een andere locatie op de kaart om ernaartoe te springen.
4. Route to Location (Route naar locatie): selecteer het pictogram in de rechter bovenhoek van de kaart voor een route naar de locatie.
5. End Scrolling (Beëindig bladeren): druk op de knop Back (Terug) om het scrollen te beëindigen en terug te keren naar de huidige positie op de kaart.
De kaart scrollen: Stuurschakelaars
1. Selecteer: bovenste titelbalk.
2. Press and Release: de knop Cursor/Select op de rechterbediening
3. Selecteer: pijltje omlaag om bladeren in te schakelen.
4. Selecteer richtingspijl met Cursor/Select. Houd de schakelaar ingedrukt om naar de bestemming te scrollen.
5. Route to Location (Route naar locatie): druk op de cirkel in het midden om te navigeren naar de locatie op kaart.
Een POI (interessant punt) op de kaart selecteren
OPMERKING
De kaart scrollen (met stuurschakelaarbediening) gebruiken.
POI-pictogrammen zijn alleen op ingezoomde kaarten zichtbaar. Zie Kaartinstellingen wijzigen om de POI-pictogrammen te wijzigen die op de kaart worden weergegeven.
1. Zie Afbeelding 2. Blader: POI-pictogram op kaart. Zoom dicht bij het pictogram in.
2. Raadpleeg tabel 2. Selecteer: POI-locatie in de cirkel. De radio berekent een route naar de geselecteerde POI. Als er meerdere POI's op dezelfde locatie aanwezig zijn, geeft het systeem hiervan een lijst weer.
3. Selecteer: optiepictogram om meer POI-opties te tonen. Of kies Go (gaan) om de navigatie te starten.
Afbeelding 2. POI op kaart
Tabel 2. POI-pictogrammen
PICTOGRAM
BESCHRIJVING
Geldautomaat/bank
Garage
Vliegveld
Koffie
Gemeenschap
Vermaak
Pompstations
Harley-Davidson
Gezondheid/schoonheid
Snelwegafslag
Ziekenhuis
Hotel/motels
Overig
Parkeren
Recreatie
Rustgebied
Restaurant
Winkels
Reizen