Laagbrandstofniveaulamp
Brandt continu: Zie Afbeelding 1. Het waarschuwingslampje laag brandstofniveau (1) gaat branden wanneer de benzine in de tank het lage brandstofniveau bereikt (bij benadering). Raadpleeg Tabel 1.
Knipperen: Als de laagbrandstofniveaulamp continu knippert, is er een storing in het brandstofniveaucircuit. Neem contact op met een Harley-Davidson-dealer.
Alarmlamp
Zie Afbeelding 1. Bij motorfietsen die met het alarmsysteem zijn uitgerust, knippert de alarmlamp (2) wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld. Zie ALARMSYSTEEM → Alarmsysteem.
Als de alarmlamp na uitschakeling van het alarmsysteem blijft branden, neemt u contact op met een Harley-Davidson-dealer.
Accuontladingslamp
Zie Afbeelding 1. De acculamp geeft aan of de accu te vol of te leeg is. Zie Onderhoud en smering → Accuonderhoud.
Cruise-control: FXDLS
Zie Afbeelding 1. Het cruise-controllampje (3) brandt om aan te geven dat de cruise-control is ingeschakeld. Raadpleeg Tabel 1.
Antiblokkeersysteem (ABS) lamp (indien aanwezig)
WAARSCHUWING
Als het ABS-lampje bij snelheden van meer dan 5 km/h (3 mph) blijft knipperen of constant blijft branden, werkt de ABS niet. Het standaard remsysteem blijft in werking, maar het blokkeren van de wielen is mogelijk. Neem voor reparatie van het ABS contact op met een Harley-Davidson-dealer. Wanneer een wiel blokkeert, kunt u de controle over de motor verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00361b)
Knipperen: Zie Afbeelding 1. Bij voertuigen met ABS begint het ABS-lampje (5) te knipperen als het voertuig wordt ingeschakeld. Het knipperende lampje geeft aan dat het systeem zichzelf controleert. Het lampje blijft knipperen totdat de rijsnelheid hoger is dan 5 km/h (3 mph). ABS is pas in bedrijf als het lampje uit gaat. Raadpleeg Tabel 1.
Brandt continu: Als het lampje continu brandt, is de ABS defect. De ABS is uitgeschakeld en de remmen werken als remmen zonder ABS. Ga naar een Harley-Davidson-dealer voor servicewerkzaamheden.
Motorcontrolelamp
Zie Afbeelding 1. De motorcontrolelamp geeft aan als het motormanagementsysteem abnormaal functioneert.
1Laag brandstofniveau
2Beveiliging
3Accuontlading
4Cruise-control: FXDLS
5ABS (tevens wordt km/h ABS-symbool getoond)
6Motorcontrole
Afbeelding 1. Instrumentenlampjes
Tabel 1. Instrumentenlampjes snelheidsmeter
PICTOGRAM
NAAM
FUNCTIE
Laag brandstofniveau
Brandt als het brandstofniveau ongeveer 3,1 L (0.8 USgal) of minder is. Zo spoedig mogelijk bijvullen met de aanbevolen brandstof.
Alarmsysteem
Een knipperende lamp geeft aan dat het alarmsysteem is geactiveerd.
Accuontlading
Geeft aan dat de accu te veel of niet voldoende wordt geladen.
Cruise-control
Oranje: Het cruise-controllampje is oranje als de cruise-control is ingeschakeld.
Groen: groen als de cruise-snelheid is ingesteld en de motorfiets op cruise-snelheid is.
ABS
Knippert tot 5 km/h (3 mph) en het ABS wordt operationeel.
Motorcontrole
Brandt als de motordiagnose een elektrische storing heeft gedetecteerd.