Speciale gereedschappen
| Beschrijving | Onderdeelnummer | Aant. |
|---|---|---|
| OLIEFILTERSLEUTEL | HD-42311 | 1 |
| OLIEFILTERSLEUTEL | HD-44067 | 1 |
OPMERKING
- Vervang de motorolie met kortere intervallen als er extreem hard gereden wordt, bij wedstrijdgebruik of als er op stoffige wegen gereden wordt.
- Voor Twin Cam-motorfietsen is het premium-oliefilter nodig, uitgevoerd in chroom (onderdeelnr. 63798-99A) of zwart (onderdeelnr. 63731-99A).
- Laat de motorfiets draaien totdat de motor de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt. Zet de motor af.
- Zie Onderhoud en smering → Controleren en toevoegen van olie → Peil in oliereservoir controleren. Verwijder de olievuldop/peilstok.
- Zie Afbeelding 1. Verwijder de aftapplug en de O-ring van het oliereservoir (2). Tap de motorolie af.
MEDEDELING
Gebruik de Harley-Davidson oliefiltersleutel om het filter te verwijderen. Door dit gereedschap te gebruiken, kunnen beschadigingen aan de carterpositiesensor en/of de sensorkabel worden voorkomen. (00192b)
| 1. | Zie Afbeelding 2. Verwijder het oliefilter met OLIEFILTERSLEUTEL (Onderdeelnummer:HD-42311) of OLIEFILTERSLEUTEL (Onderdeelnummer:HD-44067). Verwijder oud pakkingmateriaal van het montageoppervlak voor het oliefilter. | |
| 2. | Zie Afbeelding 3. Installeer het nieuwe oliefilter. a. Smeer de pakking met schone motorolie. b. Plaats een nieuw oliefilter op de filtersteun. c. Haal het oliefilter met de hand een halve slag tot drie kwartslag omwenteling aan wanneer de pakking het filterbevestigingsoppervlak net raakt. Oliefiltersleutel NIET gebruiken voor de montage. | |
| 3. | Zie Afbeelding 1. Breng de aftapplug van het oliereservoir aan (2). a. Controleer de O-ring op scheuren en beschadigingen. Vervang indien nodig. Reinig de magnetische aftapplug. b. Plaats de aftapplug. Aanhalen tot 19–28,5 N·m (14–21 ft-lbs). OPMERKING Gebruik het juiste type olie voor de laagste temperatuur die wordt verwacht voordat de olie weer moet worden ververst. Raadpleeg Onderhoud en smering → Motorsmering → Aanbevolen motoroliën. | |
| 4. | Raadpleeg Tabel 1. Voeg een eerste hoeveelheid motorolie toe. |
Tabel 1. Motoroliecapaciteit
ONDERDEEL | CAPACITEIT | |
|---|---|---|
qt | l | |
motorolie | 3,0 | 2,84 |
- Zie Onderhoud en smering → Controleren en toevoegen van olie → Peil in oliereservoir controleren. Steek de olievuldop/peilstok helemaal in het oliereservoir.
- Zie Onderhoud en smering → Controleren en toevoegen van olie → Motoroliepeil. Controleer of het oliepeil boven de markering FILL (Vullen) op de peilstok staat.
- Start de motor en controleer zorgvuldig op olielekkages rond de aftapplug en het oliefilter.
- Laat de motorfiets draaien totdat de motorolie ten minste 93 °C (200 °F) is.
- Laat de motor op de zijstandaard 1 tot 2 minuten stationair draaien. Zet de motor af.
- Voeg indien nodig voldoende olie toe om het peil tot aan de markering FULL (Vol) op de peilstok te brengen. Giet niet te veel olie in het reservoir.
OPMERKING
Voeg alleen motorolie toe wanneer de olie zich op normale bedrijfstemperatuur bevindt. Als u de olietank bijvult tot de markering FULL HOT (Vol bij warme motor) wanneer de olie zich beneden de bedrijfstemperatuur bevindt, kan er te veel olie in het luchtfilter terechtkomen.
| 1 | Aansluiting op frame voor aftapslang van oliereservoir |
| 2 | Aftapplug van oliereservoir en O-ring |
Afbeelding 1. Aftapplug van oliereservoir: Softail-modellen
Afbeelding 2. Oliefiltersleutels
Afbeelding 3. Pakking nieuw oliefilter insmeren