Zie Bedieningselementen en controlelampen → Instrumenten: XB-modellen → Dashpaneel (Ulysses afgebeeld). Het dashpaneel heeft zes controlelampen aan de rechterkant.
Richtingaanwijzerlamp
De groene richtingaanwijzerlamp (1) knippert wanneer de richtingaanwijzers worden ingeschakeld.
Neutraalcontrolelamp
De groene neutraalcontrolelamp (2) geeft aan dat de versnellingsbak in neutraal staat.
Grootlichtcontrolelamp
De blauwe grootlichtcontrolelamp (3) gaat branden wanneer het grootlicht van de koplamp is geactiveerd en de passeerlampschakelaar is ingedrukt.
Motorcontrolelamp controleren
De rode motorcontrolelamp (4) bevindt zich in het indicatorpaneel, rechts van de toerenteller. Het doel ervan is het aangeven van de status van het motormanagementsysteem.
De motorcontrolelamp brandt normaliter wanneer de contactsleutel van de motor voor het eerst wordt omgedraaid. De lamp blijft in dat geval ongeveer vier seconden branden. Tijdens deze vier seconden voert het motormanagementsysteem een reeks zelfdiagnoses uit.
Als de lamp blijft branden na de eerste vier seconden of begint te knipperen, moet u een Buell-dealer raadplegen. Dit betekent namelijk dat er iets is gebeurd met de werking van het motormanagementsysteem. Indien de motorcontrolelamp op een ander tijdstip gaat branden, neem dan contact op met een Buell-dealer.
Zie Bediening → Aanbevelingen voor bediening: XB-modellen voor nadere informatie over de werking van de motorcontrolelamp.
Oliedrukcontrolelamp
Wanneer de rode oliedrukcontrolelamp (5) brandt, geeft dit aan dat er geen olie door het motorblok circuleert.
OPMERKING
De oliedrukcontrolelamp brandt wanneer het contact wordt aangezet (voordat de motor wordt gestart). Wanneer de motor draait en het toerental hoger is dan het stationaire toerental, hoort de oliedrukcontrolelamp uit te zijn.
Omstandigheden waaronder de rode oliedrukcontrolelamp kan gaan branden, zijn onder andere:
Als de oliedrukcontrolelamp tijdens het rijden gaat branden:
Als de oliedrukcontrolelamp tijdens het rijden gaat branden hoewel het oliepeil juist is:
Controlelamp laag brandstofniveau
Een oranje lamp in het indicatorpaneel rechts van de toerenteller dient als laagbrandstofniveaulamp (6).
Zie Specificaties → Specificaties → Inhouden: 2010 XB12Ss, XB12X, XB12XT, XB12XP en Specificaties → Specificaties → Inhouden: 2010 XB9SX, XB12SX, XB12R, XB12Scg. Deze lamp gaat automatisch branden wanneer het benzineniveau in de tank onder het laagbrandstofniveau komt dat in de tabellen wordt aangegeven. Als de laagbrandstofniveaulamp gaat branden, wordt de kilometerteller voor reservebrandstof (F-trip) geactiveerd en houdt deze de afstand bij die is afgelegd nadat de laagbrandstofniveaulamp is gaan branden.